Under pressure
Je weet het of je weet het niet, maar in de Lommelse Gazet wissel ik momenteel dialectteksten af met columns in het Algemeen Nederlands. In deze snel veranderende wereld staan beide talen onder zware druk.
Via het internet kwam de hele wereld in de huiskamer terecht. Mensen begonnen meer te reizen en verhuizen (ook voor het werk) steeds vaker naar streken waar ze het dialect niet kennen. Veel dialectwoorden verdwijnen bovendien omdat de dingen die ze aanduiden verdwenen of veel minder belangrijk zijn. Denk maar aan het Lommels: vroeger wist iedereen hier wat ‘në kjèskëspiesër’ (een misdienaar) was. Het echte dialect heeft al lang plaats gemaakt voor een soort tussentaal, die, zoals de term suggereert, ergens tussen het dialect en het Algemeen Nederlands fladdert.
Het Algemeen Nederlands heeft dan weer te kampen met de verengelsing. Een kussen schudden we niet meer op, nee, we gaan het opfluffen of opfluffyen. De grote schoonmaak, ‘dë groewëtë kös’ in het Lommels, noemen we tegenwoordig het opfluffen van het interieur.
De taal is de spiegel van de maatschappij. Nieuwe situaties brengen nieuwe woorden met zich mee. Tijdens de coronacrisis bijvoorbeeld ontstonden termen als een lockdown, een booster en een contacttracer. Omdat wij (en vooral de jeugd) tegenwoordig achter onze screens leven, zijn influencers hoe langer hoe belangrijker geworden. Meestal gaat het om youngsters die zonder al te veel kennis van zaken hun mening verkondigen of tips geven over van alles en nog wat. Op zich bewerkstelligen ze weinig wereldschokkends, buiten het scoren van heel wat clicks, likes en subscribers, maar op die manier komt er wel geld in het laatje, en inkomsten of gratis productjes door sponsoring.
Je kan maar beter relaxen of chillen en toekijken hoe elke vorm van kwantiteit kwaliteit crusht. Vanuit je luie zetel kan je bovendien lekker mensen insulten of bodyshamen, je kan roddelen op een juicekanaal of behind the back van je partner daten en hem of haar cheaten. Tot hij of zij het ontdekt, waarna je easy peasy kan divorcen en aan birdnesting kan gaan doen. Je kids blijven dan in huis en de parenting gebeurt afwisselend door de mama en de papa.
‘Papa,’ zei mijn dochter van elf gisteren, ‘als je die korte broek draagt, ga ik niet met je mee naar de winkel. Echt cringe.’ Om aan te geven dat ze zich totaal belachelijk zou voelen en uit schaamte zou verschrompelen om met mij (en vooral met mijn behaarde benen) in het openbaar gezien te worden. Komt overigens van het Engelse ‘to cringe’, wat letterlijk ‘ineenkrimpen’ betekent. Nadat ik van outfit veranderd was, riep ze: ‘Veel beter! Nu ben je echt slay!’ Dat laatste zou het al lang niet meer modieus zijnde ‘cool’ vervangen.
Op zich verrijken al deze nieuwe termen onze taal. Toch voelt het aan als een verpaupering, een verloedering, een falen van onze eigen woordenschat. Alsof ons AN stiekem en zonder toestemming met een injectienaald geprikt wordt met het doel om haar te drogeren, of net te versappigen. Noem het needlespiking.
Het vreet in elk geval energie om mee te zijn met de tijd, dat kan ik je vertellen, en een andere keuze is er niet. ‘t Is een niet meer te stoppen evolutie. Go with the flow, zou ik zeggen. Ga mee met de stroom. Je zal wel moeten, denk ik dan, ook al verander je jaarlijks van energieleverancier.