Pro Deo
Hij heeft wel iets. Een zinnetje dat ik vaak hoor, omdat ik weleens in vrouwelijk gezelschap vertoef. Ik vertaal het als: ‘Seksuele betrekkingen met hem zou ik niet onaangenaam vinden.’ Het heeft in elk geval zelden betrekking op mij.
Hij heeft WEER iets. Een zinnetje dat ik nog veel vaker hoor, omdat ik hypochondrische neigingen zou vertonen.
Om een lang verhaal kort te maken: ik heb weer iets en in tegenstelling tot wat je eventueel zou kunnen vermoeden heeft het helemaal niets met het weer te maken. Ik heb tegenwoordig namelijk last van een bevroren schouder. Een aandoening die voorkomt bij ongeveer twee procent van de bevolking, vooral bij vrouwen. Logisch, want ik ben een man. Meestal zit het aan de arm en schouder die je het minst gebruikt. In mijn geval geen evidente keuze.
Ja, beste lezer, je haalt nu waarschijnlijk de schouders op en geloof me, ik zou willen dat ik dat ook kon, ergens een nieuw setje schouders ophalen, want een bevroren schouder is allerminst een lachertje. Het schoudergewricht wordt geleidelijk aan stijver en pijnlijker, waardoor je je arm en je schouder steeds moeilijker kan bewegen. In het begin had ik alleen ’s nachts pijn, of bij het aantrekken van mijn jas. Na een tijdje werd elke beweging lastig. Uiteindelijk heb je zelfs pijn als je helemaal niks doet (nietsdoen, het overkomt me zo nu en dan, eerder nu dan dan) en maakt bewegen de bestaande pijn alleen nog wat erger.
Ik hoor het je tot hier denken: Danny, je steekt geen poot uit, je schuwt handen- en andere arbeid … Hoe kan jij dan in ’s hemelsnaam je schouder blesseren? Juist ja …je bent weer eens gevallen. Je moet dringend eens leren om wat voorzichtiger te zijn en je voor eens en voor altijd ten volle bewust worden van je klungelachtige onhandigheid en je slungelachtige onvoetigheid. Misschien klopt dat wel. Ik ben een constant gevaar voor mezelf en voor anderen, maar ik ben recent niet gestruikeld en heb zelfs geen huis-, tuin- of keukenongeval veroorzaakt.
Een bevroren schouder ontstaat door een ontsteking van de slijmbeurs. Hoe je die krijgt? Dat is volgens de medische wetenschap niet helemaal duidelijk, wel dat er momenteel afwijkende stoffen in mijn bloed zitten. Doet die wetenschap me nog slechter voelen? Integendeel. Het stelt me net gerust. ‘Afwijkend’ past wel bij me.
Om te ontdooien lig ik twee keer per week op de behandelingstafel bij de kine(sist), of de fysiotherapeut, zoals onze noorderburen zeggen. De laatste lettergreep prononceren ze dan gek genoeg als ‘puit’. Voor mij kan het nooit gek genoeg, dus roep ik telkens breed lachend en met een Hollands accent ‘Ik trek eropuit naar de fysiotherapuit!’ voor ik de deur achter me dichtgooi, goed wetend dat ik dan op weg ben naar een marteling. De bedoeling aldaar is dat ik liggend de Hitlergroet breng, waarbij de kine tracht mijn arm soepel te houden (lees: uit te rekken) door hem tot een stuk voorbij de pijngrens te duwen en hem in die gruwelijke positie een tijdje vast te houden tot het zweet me uit al m’n poriën gutst.
En dan maak ik me in al mijn ellende toch nog zorgen over onaangename okselgeuren, ook al was ik me preventief de pleuris om die te voorkomen. Wat als de kine toch iets ruikt? Wat dan? Zodoende speel ik pro deo advocaat van de duivel. Pro deo, inwendig pleitend voor een aanvullend, prettig aanvoelend gebruik van een zweetgeurverdoezelende deodorant of okselverfrisser.
Ach, wat maak ik het me mentaal toch weer nodeloos lastig. Ik zou beter een psycholoog of psychiater onder de arm nemen. Nee! ‘Onder de arm nemen’ klinkt in deze omstandigheden weer veel te letterlijk en lichamelijk! Het bezorgt me visioenen over een vunzig filmpje dat ik officieel nooit zag, waarbij de hoofdrolspeler vrouwelijke oksels erg erotiserend vond.
Ik ga me verder laten behandelen. Om mijn gewricht en mijn gezicht soepel te houden. Me minder zorgen maken, volop bewegen en altijd blijven lachen.
Danny VANDENBERK