Ontmoeting met Conny Kolen

Ik trek eropuit. Een doordeweeks praatje of een diepgaand gesprek, niet noodzakelijk een klassiek interview met vragen en antwoorden. Ik breng het verhaal op mijn manier. In dat opzicht zijn het meer dan ontmoetingen. Het zijn ‘ont-moetingen’ waarbij niks moet en alles mag. We moeten immers al zoveel. Levensverhalen of losse babbels, luchtig, filosofisch, humoristisch of zwaar ... alles kan zomaar.

CONNY KOLEN: ALLES UIT HET LEVEN HALEN

Vreemd toch, denk ik bij mezelf, terwijl ik Lommel binnenrijd voor mijn vierde ‘ont-moeting’, voor het eerst ga ik iemand zien die mij volslagen onbekend is, en toch voel ik me helemaal op m’n gemak. Het weer werkt nochtans niet mee op deze onstuimige vrijdagmiddag. Donkere wolken pakken zich samen en al snel pletsen dikke druppels op de voorruit van Mitsy, mijn Mitsubishi. Ze kan wel tegen een stootje, net als haar voorgangster Suzy, de Suzuki. Geen van beiden heeft me ooit teleurgesteld. Mitsy is wel een stuk volgzamer dan Suzy, die weleens last had van een eigen willetje en me af en toe uitdaagde om eens door het oranje te rijden of tot 140 te gaan op de Noord-Zuidverbinding. Ach, misschien is het maar een idee en laat ik me weer te veel leiden door de term ‘voorgangster’, die in mijn hoofd een criminele bijklank heeft.

Als ik op de plaats van afspraak arriveer, in de Kruisstraat in Lutlommel, is het opnieuw droog. Er komt zelfs een streepje zon piepen. Fijn, dan kan ik mijn pet zorgeloos achterlaten bij Mitsy. Dat overkomt me niet vaak. In maanden met een ‘r’ zijn mijn pet en ik bijna onafscheidelijk. Gek eigenlijk dat ik haar nog geen naam gegeven heb. Petra of Peter misschien.

De volgende uren gaat mijn aandacht naar Conny. Een paar weken geleden stuurde ze me een openhartige mail waarin ze aangaf me te willen ontmoeten. Om haar verhaal te doen. Ik haal veel uit woorden, al zijn ze niet talrijk, en was meteen overtuigd.

Hier, thuis bij Conny en haar kinderen Tom (22) en Eline (14), zal ik haar drie uur lang vrijuit laten vertellen. Wat meteen opvalt, is dat ze het eerste deel van haar leven gewoon overslaat. Alsof ze nooit jong is geweest.

Tom maakte haar tweeëntwintig jaar geleden mama. Dat was het prille, onbezorgde geluk. Spijtig genoeg was dat onbekommerde van erg korte duur. Iets meer dan een half jaar na zijn geboorte kreeg Tom zijn eerste epileptische aanval. De voorbode van een helse periode waarin hij, gedurende anderhalf jaar, twee tot zes aanvallen per dag kreeg, afgewisseld met hoge koorts en ernstige ziektes, zoals longontstekingen, klaplong ...

Die onwaarschijnlijke en tragische evolutie van een gezond kind naar een doodziek kind naar een kind met een mentale beperking, heeft er serieus ingehakt. Tom heeft bijvoorbeeld ooit woordjes gezegd, maar onder invloed van de epilepsieaanvallen is zijn spraakvermogen weggevallen. Zijn ontwikkeling stopte en ging zelfs achteruit.

Conny noemt het zelf een opeenvolging van stormen die je moet doorstaan, een mentaal proces, fasen die je, willens nillens, moet doorspartelen om uiteindelijk tot aanvaarding te komen.

‘Op een gegeven moment begin je ook vrienden te verliezen. Leeftijdsgenootjes leren en evolueren, Tom ging achteruit. Dat is confronterend en moeilijk om mee om te gaan, zowel voor jezelf als voor de omgeving. Zo is het leven. Gelukkig kwamen er mettertijd ook nieuwe vrienden, meestal mensen die Tom volledig accepteerden of met een min of meer vergelijkbare achtergrond, bij wie je steun vindt. Natuurlijk konden we ook rekenen op een paar fantastische buren, zoals Henri en zijn zoon Rudie. Hun naam wil ik zeker vermelden, omdat Tom een hechte band met hen had en heeft. Helaas is Henri vorig jaar overleden. Dat zorgde voor groot verdriet bij Tom en had veel impact op ons gezin.’

Uiteindelijk bleek dat Tom lijdt aan Tubereuze Sclerosis Complex (TSC), een zeldzame aandoening, te wijten aan een klein defect in een bepaald gen, waarbij op verschillende plaatsen in het lichaam goedaardige tumoren ontstaan die de werking van organen kunnen verstoren. Deze kunnen voorkomen in de hersenen, de longen, de nieren en op de huid. Epilepsie, sociale en emotionele problemen, een verstandelijke beperking en autisme, het zijn allemaal gevolgen van TSC, waardoor Tom functioneert op een mentale leeftijd van 3 jaar en nood heeft aan ondersteuning op alle domeinen van zijn leven, ook zich wassen, zich aankleden …

Momenteel verblijft hij door de week in dagopvang van 08:00 tot 16:30 in Sint Oda, het dienstencentrum waar ze ook zelf bij betrokken is, voor de rest is hij thuis. ‘Ik apprecieer het werk van het personeel van Sint Oda enorm, maar Tom zit het liefst in de thuissituatie. Hier is hij helemaal ontspannen. Zichzelf. Dat verschil zie je en voel je.’

Ik pols voorzichtig naar de papa, de vader van haar kinderen, omdat hij tot dusverre niet ter sprake kwam. ‘Mensen reageren elk op hun manier als het leven plots een andere wending neemt,’ vult ze meteen aan, ‘Zes jaar geleden kwam het tot een echtscheiding. We waren uit elkaar gegroeid. Mijn ex-man stortte zich volop op zijn werk, misschien was dat een vlucht. Daar heb ik begrip voor, maar voor mij gold het omgekeerde. Ik wilde alles weten.’

Zodra de problemen begonnen, heeft Conny haar leven helemaal omgegooid. Ze gaf haar job als verkoopster op en begon zich te verdiepen in het medische. Tijdens ons gesprek merk ik hoe ze goochelt met medische termen. ‘Je komt in een wereld terecht die je niet wilt kennen, waar je eigenlijk niet terecht wilt komen,’ zegt ze zelf, omdat ze merkt dat verduidelijking af en toe een noodzaak is en ze automatisch terugkoppelt, omdat ik anders hopeloos achterblijf. Tegen epilepsie sta je in principe machteloos, maar op hoop van zegen startte ze een streng ketogeendieet op voor Tom en op die manier werden zijn aanvallen afgeremd. Tom is ondertussen al vele jaren aanvalsvrij.

‘Ik ben altijd positief ingesteld. Daarom focus ik op wat Tom kan, niet op wat hij niet kan. Professor Lagae van het UZ in Leuven gaf me het advies om Tom zo veel mogelijk op te voeden als een ‘normaal kind’, want de wereld gaat zich niet aan hem aanpassen. Die wijze raad heb ik opgevolgd. Normale dingen doen. Tom houdt bijvoorbeeld heel veel van pretparken. Er zijn er een aantal waar hij alle attracties en hun ligging vanbuiten kent. We gaan ook regelmatig op bioscoopbezoek. Pas als de rest van het publiek gestopt is met lachen na iets grappigs, begint hij te lachen. Zijn reacties zijn trager. Thuis volgt hij ook een aantal series en herbekijkt hij films. ‘Nachtwacht’ en ‘Huisdiergeheimen’ behoren tot zijn absolute favorieten. Hij vindt het leuk om sinterklaasboekjes te doorbladeren waarin hij speelgoed herkent dat hij als jong kind had. Eten is ook belangrijk. Tom kan er enorm van genieten om uit te gaan eten met z’n drietjes of met een paar vrienden erbij. Zijn favoriete zaak is ‘t Onderwerp, en dan nog liefst een plekje aan een ronde tafel, aan de zijkant. En de maaltijd is pas af als hij zijn crème brûlée gehad heeft, zijn absolute lievelingsdessert.’

In al haar enthousiasme herinnert Conny zich plots dat ze, in het kader van mijn bezoek maar niet in dat van mijn dieet, gebakjes voorzien heeft. Terwijl ik wat rondkijk in de woonkamer, vertelt ze vanuit de keuken vol trots verder hoe Tom gaandeweg heel wat geleerd heeft en hoe hij op zijn manier vrolijk geniet van het leven.

Uit het assortiment lekkers dat ze even later op tafel presenteert, kies ik, niet echt stoer of mannelijk, een roze donut. Ik besluit hem, geheel tegen mijn vraatzuchtige natuur in, traagjes op te eten. Even later lijkt het alsof ze me becommentarieert, als ze oppert dat er met geduld heel veel te bereiken valt. Tussen twee happen en wat notities door, vertel ik haar dat dat tegenwoordig een hele grote kwaliteit is in een wereld waar tijd geld is en alles versneld is.

Ondertussen weet ik al veel over Tom, maar nog betrekkelijk weinig over Conny, tenzij als mama. Ik zou haar kunnen verplichten om over zichzelf te praten en niet over Tom, maar dat voelt verkeerd. Bovendien druist het in tegen de filosofie van mijn ‘ont-moetingen’, waarbij niks moet en alles mag. Conny mag zichzelf zijn. Conny leeft en bestaat voor haar kinderen, want als je denkt dat dochter Eline minder aandacht zou krijgen, sla je de spreekwoordelijke bal behoorlijk mis.

‘Eline had articulatieproblemen als kleuter. Ze is al heel haar leven in behandeling bij een logopediste. Lezen en schrijven verliepen moeilijk. Al snel bleek dat Eline dyslexie en dysfasie heeft, waardoor lezen en het automatiseren van taal ernstige problemen oplevert. Ik heb me daarin verdiept en ben begonnen met beelddenken te stimuleren. Eline denkt vooral in beelden. Door een aantal speciale technieken en door elke avond na school intensief te oefenen, hebben we haar taalachterstand kunnen wegwerken en haar kennis van de maal- en deeltafels is door diezelfde techniek ook optimaal. Uit IQ-tests bleek bovendien dat ze zeer hoog begaafd is.’

Kleine Eline evolueerde in het hele verhaal al snel van kleine zus naar grote, zorgende zus. Als tweejarig meisje hielp ze Tom al verzorgen en stuurde ze hem bij waar nodig. ‘Hun band is heel sterk. Het is diepe, onvoorwaardelijke liefde tussen die twee,’ lacht Conny.

Ineens valt me op dat mijn gastvrouw een ontzettend mooie lach heeft. Jammer dat hij zo weinig tevoorschijn komt. Tevoorschijn … in dit geval een prima woordkeuze, want het voelt aan als het moment waarop ik daarstraks arriveerde, toen de zon uit het niets verscheen na felle regens en dreigende onweerswolken.

Even later begint het buiten opnieuw te druppelen. Misschien is het toeval, maar bijna meteen zegt Conny: ‘Heel soms, als ik alleen ben, komt het nog weleens over me heen. Het besef dat Tom niet voor zichzelf kan beslissen, dat anderen dat altijd in zijn plaats zullen doen. Dat besef, als ik daar bij stilsta, zorgt voor onrust. Gelukkig zijn dat momentopnames, want rust is het allerbelangrijkste in het leven. Als er rust en stabiliteit in je leven is, ben je gelukkig. Ik verbaas me voortdurend over de maatschappij van vandaag. Over mensen die nooit tevreden zijn en per se drie keer per jaar op vakantie moeten gaan of jaloers zijn op de buren omdat het gras er groener lijkt … Tevreden zijn met wat je hebt, dat brengt rust. Toekomstdromen heb ik niet. Ik leef van dag tot dag. Je moet niet wachten op morgen om gelukkig te zijn, nee, leven in het nu. Ik dacht dat we op dat vlak veel geleerd hadden uit de coronaperiode. De lessen die we toen trokken, zijn velen ondertussen allang weer vergeten.’

De levenslessen en -wijsheden vliegen me om de oren. Conny spreekt daarenboven bijzonder gestructureerd, duidelijk en verzorgd met een algemeen Limburgse tongval, al komen de Lommelse klanken hoe langer hoe meer opzetten naarmate haar betoog vordert. Heerlijk noteren zo. Ik ben trouwens handiger en hongeriger dan ik dacht, want de roze donut zwemt ondertussen ergens tussen mijn maagsappen. Ik pleur er nog wat cola overheen en peil dan hoe het zit met haar Lommelse gevoelens.

‘Ik heb een paar jaar in Pelt gewoond, maar ik wilde absoluut terug naar Lommel. Alleen hier voel ik me thuis. Ik ga vooral graag naar het centrum om er te wandelen, ook in m’n eentje, zomaar. Ik hou van de witte duiven die er altijd zijn. Wat ik nu ga zeggen klinkt misschien gek. In de coronatijd gingen we af en toe de graven van oma en opa bezoeken en bleven we altijd wat wandelen op het kerkhof. Daar genoten we van met z’n drietjes. Heel rustgevend. Natuurlijk is er ook nog de Sahara, maar voor Tom is stappen door het zand niet zo evident. Ik hou van de natuur en vooral van dieren. We hebben hier twintig jaar lang Berner sennenhonden gehad. Een heel zachtaardig ras. Honden voelen veel aan en ze zijn er altijd voor je. Vroeger heb ik ook nog paardgereden. Ik hou van de puurheid van alle dieren en de grappige stoten die ze soms uithalen.’

Opnieuw die lach. Ik grijns graag mee. ‘Ik heb het misschien al eens gezegd, maar ik ga altijd op zoek naar het positieve. Door de week werk ik in de voormiddag voor Familiehulp bij tachtigplussers. Ik ben altijd heel zorgzaam geweest. Het geeft me het gevoel dat mijn leven zinvol is. Vrienden hebben me al gezegd dat ik te weinig aan mezelf denk.’

Even valt er een stilte …

‘Maar dat is niet zo. Als ik op mijn sterfbed lig, zal ik blij zijn om wat ik allemaal bereikt heb, dat ik uit het leven gehaald heb wat erin zat, zowel voor mezelf als voor mijn kinderen. Ik krijg er zoveel voor in de plaats. Ik ben zo dankbaar dat Tom al 22 jaar geworden is en hoe zijn ziekte evolueert. Wat als ik de voorbije twintig jaar in een hoekje was gaan zitten en ongelukkig was gebleven? Het zouden weggegooide jaren geweest zijn. We genieten van elke dag samen. Onder invloed van Tom ben ik het leven helemaal anders gaan bekijken. Ik heb veel van hem geleerd. Tom is geen beperking. Tom is een verrijking. Vrienden en buren die hem erbij nemen zijn voor ons natuurlijk heel belangrijk. Vergeet zeker Agnes en Jos niet te noteren. Volgend jaar ga ik samen met hen naar Clouseau en één keer per jaar trek ik samen met Eline voor een week naar Spanje, naar mijn broer Danny die er actief is in de immobiliënsector. Ondanks zijn drukke bezigheden heeft hij me altijd heel erg gesteund, zeker op moeilijke momenten.’

Deze Danny is de voorbije drie uur ook zowel actief als bijna immobiel geweest. Dat voel ik aan mijn pijnlijke polsen van het schrijven en aan mijn stramme benen bij het opstaan. Ik steek niet onder stoelen of banken dat dit voor mij een zwaar gesprek was, ook al was de toon vrijwel altijd positief. Mijn bewondering voor Conny is groot. Dat  geldt voor alle toegewijde moeders, zeker ook voor de mijne. Conny liet het echter allemaal zo ongelooflijk vanzelfsprekend klinken, terwijl het dat eigenlijk helemaal niet is, of toch lang niet voor iedereen. Voor mij is dit verhaal niet tragisch maar magisch. Op zich is het niet eens een verhaal. Het is het leven van Conny.

Was het wel toeval dat ik daarstraks zogezegd instinctief mijn pet had achtergelaten bij Mitsy? Wetend wat ik nu weet, zou ik sowieso mijn hoed afnemen voor Conny. Haar leven doet me denken aan een gedicht dat ik een paar jaar geleden schreef. Ik zet het hieronder. Tot de volgende ontmoeting, lieve lezers.

Foto Stefane Jamers

HOEDJE AF

Het lijkt erop
Dat voor elk van ons
Voor elk leven
Een brug wordt gebouwd

Soms is een gammel hangbrugje al genoeg
Een paar touwtjes voor houvast
Anderen krijgen een houten exemplaar
Of een uit steen
Bijwijlen gewapend beton

Geen nood
Alles wordt hierboven uitgetekend
Het gepaste materiaal
De sterkte van je brug is berekend

Hoe dan ook
Hoedje af
Voor al die mensen
Jong en oud van dagen
Die zware lasten kunnen dra
gen

 Danny VANDENBERK