Lommels Goud
Wat hebben de tram van Antwerpen, de dierentuin in dezelfde stad en het Belgische leger met elkaar en Lommel gemeen? Op een bepaald moment in de geschiedenis konden zij niet bestaan zonder de opbrengsten van de vloeiweides in onze stad. Het kruidenrijke Lommelse hooi leverde immers de broodnodige energie aan paard én olifant. Van 1850 tot 1950 was gras maaien met de zeis en laten drogen met hark en hooivork een vertrouwd gezicht in Lommel Kolonie, net als de volgeladen schuiten die naar Kom of kanaal voerden. Het Kempische Hooi was in die tijd een gouden goedje.
Sinds 1978 gebeurt dit hooien echter door vrijwilligers. De eerste twee hectare van de Grote Watering werden dat jaar in de oorspronkelijke toestand hersteld en opnieuw in gebruik genomen. Vrijwilligers van de Wielewaal, nu Natuurpunt, brachten samen met de oudere inwoners van Lommel Kolonie de aloude irrigatietechnieken terug tot leven. Dit hervatten van een oude landbouwtechniek heeft ertoe geleid dat het 'witteren', het bevloeien op de oude manier, erkend werd als Vlaams immaterieel erfgoed.
De totale bevloeide oppervlakte is intussen gegroeid tot 15 hectare grasland. Ieder jaar wordt ongeveer een derde daarvan ook gehooid. Net als 150 jaar geleden betekent dat turen naar de zomerse hemel, hopen (en bidden?) op een droge periode met goede opbrengst en samen beslissen wanneer het tijd is om het gras te 'snijden'. Afgelopen week was het zover: ondanks een mindere zaterdag is het Kempische Hooi van 2023 binnen. Maar liefst 1099 pakken werden aan de man en vrouw gebracht. Het Lommelse goud is immers ook vandaag nog even gegeerd als toen. Er blijft zelfs niets over voor de olifanten in de Zoo.
Meer weten over de Grote Watering? https://www.natuurpunt.be/natuurgebied/vloeiweiden