Lithium ontdekt in Kempische ondergrond
Dagblad 'De Tijd' meldt vandaag dat geothermiebedrijf Hita, een spin-off van de onderzoeksinstelling Vito, het kostbare metaal lithium heeft ontdekt in het warm water dat het uit de Kempische ondergrond oppompt. De batterijgrondstoffenproducent Umicore ziet brood in het project, dat tot 150 miljoen euro per jaar aan lithium kan opleveren. Het metaal is onontbeerlijk voor de productie van batterijen voor elektrische auto's of smartphones.
‘Natrium, calcium, kalium, boor, strontium. De halve tabel van Mendeljev zit erin.’ Met enige zin voor overdrijving somt Geert De Meyer de elementen op die terug te vinden zijn in het zout water (pekel) dat wordt opgepompt in de geothermiecentrale op de Balmatsite in Mol.
Maar uit de eerste bevindingen van Hita in een haalbaarheidsstudie, ondersteund door het Vlaams Agentschap Innovatie en Ondernemen (Vlaio), blijkt dat er 100 mg lithium per liter in het water zit. ‘Dat is heel behoorlijk’, zegt Vito-onderzoeker Bart Michielsen. ‘Minder dan wat men in de Elzas (250 mg) of in Italië (350 mg) heeft gevonden, maar meer dan in Nederland (60mg).’
Eind volgend jaar begint Hita met de bouw van een centrale in Turnhout, daarna volgen centrales in Herentals, Lommel en Merksplas.
Nadat het pekelwater van ongeveer 70 tot 90 graden is opgepompt, wordt het via een warmtenet tot bij de individuele woningen van de eindklant gebracht. Veel steden in het zuiden van Duitsland, zoals München, en zelfs Parijs hebben zulke warmtenetten. Het water dat, na de warmteafgave in een warmtewisselaar, naar de centrale terugloopt, is 40 tot 50 graden. Voor het opnieuw in de aarde wordt gepompt, kan door middel van een bijkomende installatie het lithium eruit gehaald worden.
Bron: 'De Tijd' - lees volledig artikel hier