J’ Accuse
Er zijn momenten dat je brein zijn opvoedkundige taak serieus neemt door onverwachte combinaties te maken van actuele en opgeslagen data, waardoor je perspectief verschuift en je aanspoort tot nadenken.
Dat overkwam me toen mijn grijze cellen de kleurrijke hemel, veroorzaakt door het noorderlicht, combineerde met het intens verdrietig gezichtje van een meisje in de Gaza-strook dat met een ander meisje op haar rug vluchtte. Dat ander meisje was haar zusje met een gebroken been. De pracht en praal aan de hemel verbleekte door de gruwelijke werkelijkheid op aarde.
De Latijnse naam voor het noorderlicht, Aurora Borealis, triggerde een herinnering aan een open brief die ene Emile Zola publiceerde op 13 januari 1898 in het dagblad L'Aurore (het noorderlicht). Een artikel met grote sociale en politieke gevolgen. Het was gericht aan de toenmalige president van de Franse republiek, maar in feite ook tegen de volledige Franse bevolking. Het onderwerp van de brief was de demonisering van een Joodse officier Dreyfus.
Hij was zoon van een eigenaar van een textielfabriek. Met de opleiding aan een befaamde polytechnische school, een soort ingenieursopleiding zeg maar, koos hij voor een carrière als officier in het leger. Als Joodse officier was hij een uitzondering en kon hij op weinig sympathie rekenen bij zijn superieuren in een legertop die sterk antisemitisch was. Zijn fortuin, geërfd van zijn vader, zorgde voor jaloezie bij zijn collega’s.
In oktober 1894 werd hij valselijk beschuldigd van spionage voor het Duitse keizerrijk en gearresteerd. Motief en duidelijke bewijzen ontbraken en de kans op veroordeling leek klein, maar de media mobiliseerde de publieke opinie in een niets ontziende antisemitische campagne. Dreyfus werd in een geheime zitting veroordeelt tot levenslang op Duivelseiland.
De open brief van Emile Zola was een aanklacht tegen onrecht, tegen vooroordelen, tegen de rol van de media maar ook tegen de zwijgende meerderheid die dit toestond. Zola werd voor zijn publicatie veroordeeld en moest uitwijken naar Groot-Brittannië om te voorkomen dat hij, net als ooit Galileo Gailei door zijn godslasterlijke opvatting dat de zon niet om de aarde draaide, in een kerker zou belanden.
Picquart, de nieuw benoemde hoofd van de inlichtingendienst ontdekte de werkelijke toedracht én de echte spion Esterhazy, de bron van de valse beschuldigingen. Zijn informatie werd door zijn superieuren echter niet op prijs gesteld. De beste man werd op ‘dienstreis’ gestuurd, vervolgens ontslagen en belandde tenslotte in de gevangenis.
Het vervolg van het verhaal, overigens met een goede afloop, is zeker zo interessant, omdat een vergelijking met onze samenleving nu voor de hand ligt. Met enige fantasie is het hele scenario, inclusief haatcampagne, nationalisme en xenofobie, te herkennen met bijvoorbeeld Julian Assange als die Picquart.
De rol van de media en die van de zwijgende meerderheid behoeft denk ik geen verdere uitleg. Of misschien toch wel?
Het beeld van dat meisje, net als die van ontelbare andere kinderen die werden en worden geslachtofferd, leidt vreemd genoeg niet tot een volkswoede die de verantwoordelijke politici ter verantwoording roept. Volkswoede tegen vreemdelingen, anders geaarden of anders denkenden is een heel ander verhaal. De media speelt, net als toen, daarin een cruciale rol.
We kunnen ons niet verschuilen achter een kreet als ‘Ich habe es nicht gewusst‘, die in de Tweede Wereldoorlog door bewoners in de omgeving van vernietigingskampen werd aangevoerd als reden waarom ze niet protesteerden: de media nu tonen voortdurend gruwelbeelden uit Gaza als een soort lugubere realityshow.
En toch zwijgt de meerderheid, ook al wordt het gezichtje van dat meisje op hun netvlies gebrand. Voor een deel is dat te wijten aan de rol van media, die vreemdelingenhaat, vooroordelen en verdachtmakingen gebruiken om, net als toen, de heersende klasse koste wat het kost in bescherming te nemen. Maar het is slechts een deel van het verhaal. Er lijkt opnieuw een indringende wake-up call nodig te zijn om de zwijgende meerderheid wakker te schudden.
De Emile Zola van nu is een klein meisje met een wanhopig gezichtje dat om hulp smeekt. Zij is tegelijkertijd ook een verzengende aanklacht tegen de zwijgende meerderheid die dit toestaat.
Benny AHLERS