Zelf Lommels nieuws insturen? Dat kan via lommelsegazet@telenet.be

Heeft het nog zin om hier te blijven?

Heeft het nog zin om hier te blijven?

Juist toen ik mijn vorige column had ingediend, liep een jongeman heen en weer voor ons huis. Af en toe wierp hij een blik op het huis van onze overburen die bezig waren te verhuizen. Nieuwsgierig, en een beetje waakzaam vanwege berichten in de Kolonie app, besloot ik hem aan te spreken. Hij woont iets verderop en is afkomstig uit een Pools dorpje.

In gebrekkig Engels, doorspekt met Poolse woorden, vertelt hij nogal onsamenhangend dat hij de vorige dag was opgehaald van vliegveld Acht. Komende maandag zou hij met een auto van een uitzendbureau, samen met twee vrouwelijke huisgenoten, naar het werk bij een distributiecentrum in Eindhoven rijden. De contactpersoon van het bureau heeft echter besloten om de autosleutels niet aan hem te geven.

Het ‘gesprek’ met de jongeman duurt ongeveer een kwartier, waarin hij soms vervalt in somber stilzwijgen alleen onderbroken door momenten waarin hij zuchtend op zijn gsm tuurt en prevelt dat hij niet heeft geslapen. Hij laat me een mailtje zien van uitzendbureau Randstad en vraagt of hij daarop moet reageren.

Voordat ik kan antwoorden krijgen we gezelschap van de twee huisgenotes in slechte stemming. Verontwaardigd eisen ze uitleg van hem waarom hij de buren lastig valt. Ik begin medelijden te krijgen met de jongen, die tegen een dergelijke verbale stortvloed geen schijn van kans heeft en nog verwarder begint te stamelen.

Een van de vrouwen legt uit dat de jongeman, nadat hij een kever in het toilet had gevonden, de hele nacht door het huis had gelopen om onder alle stoelen en bedden kijken. Daarop hadden de vrouwen zich samen verschanst in een slaapkamer, de deur gebarricadeerd en, met een keukenmes naast zich, angstig de volgende ochtend afgewacht.

In mijn opvoeding speelde goede nabuurschap een belangrijke rol. Dus probeer ik te helpen door onder andere de hulp in te roepen van twee Poolse jongens die, onder soortgelijke omstandigheden, in de buurt wonen. Het eindresultaat is dat ik hem naar het vliegveld breng voor een vlucht richting Polen. Eenmaal terug vertellen de vrouwen, onder genot van een biertje, over hun leven, hun werkomstandigheden en over de praktijken van sommige Nederlandse uitzendbureaus.

Het is bepaald geen rozengeur en maneschijn: een 40-urige werkweek en een netto loon van 1.300 euro per maand. Daarvan moeten ze nog de huur van een kamertje in het huis betalen. Dat is 129 euro per week. Per maand is dat iets minder dan de helft van hun loon. Het huis is aangepast om het aantal kamers te vergroten. Bij een volledige bezetting is de huuropbrengst voor het uitzendbureau bijna vier duizend per maand.

Ook de werksituatie is niet echt optimaal: de hele dag staan ze controles uit te voeren, onderbroken door een half uur lunchpauze en twee pauzes van een kwartier. De monitors hangen boven ooghoogte en door de luchtcirculatie wordt irriterende stof in hun ogen geblazen. Er zijn geen lockers aanwezig, waardoor diefstallen eerder regelmaat dan uitzondering zijn.

Een van de twee vrouwen, een nogal tengere vrouw uit Oost-Europa, legt de reden van haar komst uit: op jonge leeftijd zijn haar ouders naar Spanje verhuisd in de verwachting dat het daar gemakkelijker zou zijn om een bestaan op te bouwen. In werkelijkheid bleek het een stuk lastiger te zijn. Haar pogingen om er werk te vinden, zelfs tegen een loon dat aanzienlijk lager is dan hier, liepen op niets uit. Ze heeft geld nodig voor schoolspullen en een uniform nu haar zoontje straks voor het eerst naar de lagere school gaat. Ze voelt zich ongelukkig: het lukt bijna niet om geld over te houden voor haar zoontje in Spanje en ze vraagt zich af of het zin heeft om hier te blijven.

De volgende dag staat ze in tranen voor de deur. Ze is de wanhoop nabij: haar smartphone is op het werk gestolen. Het is haar levenslijn met haar ouders in Spanje die voor haar zoontje zorgen. Op het toestel staan foto’s van haar zoontje, belangrijke mailtjes en haar ING-app. Ze is bang dat het beetje geld dat ze heeft gespaard verdwenen is.

Na ettelijke pogingen lukt het om de alarmlijn van ING te contacteren. Er volgt een moeizame communicatie maar uiteindelijk wordt haar mobiele app geblokkeerd. Nee, ze mogen niet vertellen of er geld is afgehaald. Het blijkt gelukkig mee te vallen: via een pinautomaat blijkt het geld nog op haar rekening te staan.

Ik help haar met het kopen en installeren van een nieuwe smartphone, terwijl ze vertelt over ervaringen van haar collega’s. Sommigen van hen proberen te sparen voor een huis in hun geboorteland zodat ze kunnen terugkeren, in het besef dat het lang zal duren voordat die droom werkelijkheid wordt.

De installatie verloopt minder soepel dan gedacht. De inloggegevens voor ING, Gmail en Facebook staan op de gestolen smartphone die ze een paar weken ervoor had gekocht. Ze heeft wel ergens iets opgeschreven, maar kan niet alles terug vinden. Vooral het opnieuw aanvragen van inloggegevens van ING levert problemen op. De vele gefrustreerde reviews over de bereikbaarheid hebben, zachtjes gezegd, een solide basis.

We proberen een afspraak te maken bij het kantoor in Eindhoven: één van de weinige plaatsen waar nog menselijk contact met de bank mogelijk is. De reden om een afspraak te maken is dat nieuw aangevraagde gegevens naar een oud adres zullen worden verstuurd. Een antwoordrobot helpt de mogelijkheid om een afspraak te maken vakkundig om zeep door consequent te blijven verwijzen naar ‘Frequently Asked Questions’. Gelukkig is er een servicepunt in Veldhoven met een uiterst vriendelijke en behulpzame medewerker die in no-time alles in orde brengt. De jonge vrouw benut haar nieuwe smartphone onmiddellijk om naar een betere job te zoeken.

Het is een schemerige wereld waarin ze leven. Door het uitzendbureau worden ze niet of nauwelijks op de hoogte gebracht van hun rechten en de achtergronden van inhoudingen op hun loon. “Ik kon kiezen tussen een inhouding voor een basis pensioen en een inhouding voor een pensioen-plus. We kregen een heel vage uitleg over wat het verschil was. Toen ik voor het eerste koos, bleek dat alleen pensioen-plus mogelijk was”.

Aan het einde van de maand blijft er, na de huur, verzekeringen en nog een aantal andere onvermijdelijke kosten, weinig over om van te leven, laat staan om iets te sparen of op te sturen. Het is voor velen een doodlopende weg, wat ook de reden is dat ze proberen ‘iets beters’ te vinden. Het is een moeilijke zoektocht. Hoewel er veel aanbod is van werk bij distributiecentra, zijn er weinig uitzendbureaus die een fatsoenlijk loon bieden. Een situatie die ook veel Vlamingen bekend zal voorkomen.

Wat vooral opvalt, is de kwetsbare positie waarin ze zich bevinden. Uit angst voor mogelijke consequenties vroegen ze om hun namen, die van het uitzendbureau en het distributiecentrum te verwijderen uit het concept dat ik hen had toegestuurd. Van één van hen moest ik zelfs élke verwijzing naar haar wissen. Jammer, het was best een interessant verhaal, maar ik begrijp hun angst. Als je het gevoel hebt dat je op het randje van de afgrond leeft, probeer je zoveel mogelijk risico’s te vermijden.

Het zou, zowel voor hen als voor ons, goed zijn als hun levens- en werkomstandigheden verbeteren. Ze worden immers alleen hier naartoe gelokt en gebruikt om de lonen te drukken. De vraag naar arbeidskrachten groeit, maar bij een gebrek aan een fatsoenlijke beloning neemt de onvrede toe.

Benny AHLERS