Geheim
Ik hou niet van einde en ik hou niet van begin. Ik hou van tussenin. Behalve nu, nu ik net de tv heb aangezet en Bart Kaëll luid kwelend en erg repetitief vraagt wat mijn geheim is. “Wat is jouw geheim? Wat is jouw geheim?” Ik heb zin om hem van antwoord te dienen. Die lachkuiltjes in zijn wangen zien er geplastificeerd uit en zijn voorhoofd veel te egaal en operatief van rimpels ontdaan. “Dat van jou ongetwijfeld botox en plastische chirurgie! Of meer dan dertig jaar lang je vrijerij met Luc Appermont, een relatie die je de laatste tien jaar gewiekst uitspeelt om er populairder door te worden, gezien de veranderde tijdgeest!” Ach. Vergeef me, Bart. Jij bent niet het probleem. Het is begin september. Ik hou niet van begin, dat zei ik al. Zeker niet in september. Dat speelt.
Ik heb zó te doen met alle kinderen die hun eerste schooldagen ondergaan! Zeker zij die een nieuwe school gaan frequenteren en/of noodgedwongen veel nieuwe leraren moeten leren kennen. En omgekeerd. Nee, niet omgekeerd! Niet met de rug naar hen toe, zoals Bart Kaëll in zijn relaties, nee, ik bedoel de leraren die eveneens hun leerlingen moeten leren kennen. Daar liep het bij mij telkens fout. Ik was namelijk heel vaak afwezig. Niet alleen omdat ik leed aan een milde variant van het kortjakjesyndroom (vrij vaak ziek, midden in de week, maar ‘s zaterdags en ‘s zondags niet) maar vooral omdat ik een dagdromer was. Nog steeds trouwens. Heel wat leraren hadden de onhebbelijke gewoonte om tijdens hun lessen vragen te stellen, al dan niet wanneer andere leerlingen met hun vinger naar het plafond wezen. Ik deed dat nooit, dat wijzen. Ik dagdroomde, observeerde en wilde bijgevolg vooral met rust gelaten worden. Leraars beschouwde ik als slechte acteurs met doodsaaie teksten, terwijl mijn fantasie net levendig, lustig en levensecht was. Op onnodige, onverwachte leraarsvragen bleef ik meestal het antwoord schuldig. Zo kreeg ik al snel de reputatie van stompzinnige, beperkte, zelfs slechte leerling, waarna er een eerste toets of examen volgde en ik verrassend hoog scoorde. Onbegrijpelijk voor iemand die zo vaak domweg uit de lucht kwam vallen. Of toch niet?
Soms werd ik onterecht beticht van spieken, terwijl ik daar veel te braaf en onhandig voor was. Sommige medestudenten waren er dan weer zo bedreven in dat ze volgens mij zelfs hun inschrijvingsgeld met een overschrijving betaald hadden.
“Wat is jouw geheim?” werd me meermaals gevraagd door onderpresterende medeleerlingen of -studenten. Nu komt het helemaal terug. “Hoe heb je dat in ‘s hemelsnaam klaargespeeld?”
Beangstigend toch, hoe mensen zich laten vangen door vooroordelen. Omdat ik me voorbereidde en logisch nadacht op momenten waar het toe deed! Of zie ik er echt zo dom uit? Met een dromerig hoofd waarin gezond verstand schuilt, kom je best ver. Daarom, beste leerlingen en studenten van vroeger en nu: de kwaliteit van je leven wordt bepaald door de kwaliteit van je gedachten en door de schoonheid en onbevangenheid van je dromen, niet door schoolresultaten.
Verder wens ik Bart en Luc een mooi en onbevooroordeeld levensvervolg en bied ik bij deze opnieuw oprecht mijn excuses aan.
En geheimen? Die heb ik weinig.