Een verhaal uit Kerkhoven... lang geleden
De kapelanij van Kerkhoven en één van haar bewoners.
Toen kapelaan Raymond Tabruyn in Kerkhoven na de oorlog zijn diensten kwam aanbieden aan de bevolking aldaar, onder de vleugels van pastoor Coninckx, veranderde het dorp in een ware dictatuur. Niets mocht nog en in alles wat de jonge mensen op poten zetten moest hij zijn zeg hebben. Als 12 jarige moest ik dagelijks naar de mis. Om daarna les te krijgen uit de Cathecismus over het geloof. Tabruyn doceerde met de 11-jarigen vooraan in de banken van de kinderen, en zeg nu zelf, ge durft u in het eerste jaar kandidatuur roeping al niet te veel aanstellen, en het was er tamelijk stil. Maar ‘wij’ zaten achteraan op de stoelen. De meisjes links, de jongens rechts en met een doodbrave pastoor Coninckx. Alleen had de man een gebrek. Hij hoorde niet al te best. Maar dat werd ruim gecompenseerd door de man die vooraan les gaf. Ik dacht, althans zo schrijft men, dat de man zijn trommelvliezen beschadigd waren van de bombardementen in Hasselt, maar daar was niets van te merken.
Zo gebeurde het dat pastoor Coninckx aan Louis Gevers eens de vraag stelde: ‘Vertel eens wat over de ‘Heilige Drievuldigheid’. Louis, die trouwens nooit zijn lessen leerde, heeft toen een poging gedaan om Bart De Wever voorbij te steken. ‘De Heilige Drievuldigheid’ zo sprak Louis, 'dat waren eigenlijk de ‘Drie Koningen’, maar omdat ze in de hemel niemand bereid vonden om de rol van de ‘Heilige Drievuldigheid’ op zich te nemen, hebben ze dat er maar bij genomen.' Voor de pastoor was deze theorie goed, maar de meisjes begonnen zodanig te gibberen, dat de grote oorlogsheld in de arena trad. Met fladderende rokken naderde hij de tweede compagnie, en Louis, die nochtans gene kleine was, werd mee naar voor gesleurd, voor het beeld van Sint Antonius. Wij, samen met de pastoor, waren van de hand Gods geslagen, en de kerk veranderde in een soort escape room. Toen is de pastoor tussengekomen en is iedereen stilletjes terug op zijn plaats gaan zitten.
Nog zo een decreet. Na de plechtige Communie moesten wij ook nog naar het Lof op zondagnamiddag, zodat we de match misten van de voetbalploeg. Maar dat veranderde. Er werd een nieuwe kantine gebouwd en Tabruyn zegde toe om die te komen inzegenen, en stelde ons op zondagnamiddag vrij van lof. Toen Jan Berkmans, de eerste socialist van Kerkhoven, en hevige supporter van de club dat hoorde, sprak hij in het supporterslokaal deze woorden uit. ‘Het kan me niet schelen, al komt Cristus zelf, maar als Tabruyn komt zul je mij niet meer zien’. Maar de zonen van Jan deden niet aan politiek, en hebben de klub samen met hun makkers naar hogere reeksen gebracht. Dorpspolitiek van vroeger...
Louis Schillebeekx