Denken en Zeggen
Ineens zaten we met z’n allen in de auto. Bestemming: Koersels Kapelleke. Het zonnetje scheen en een van de dochters kreeg pardoes zin om te minigolfen. Quasi iedereen vond dit meteen een briljant idee. Voor een enkele keer geen getwijfel of gediscussieer over hoe, wat, waar en wanneer. Alles rijmde, alles klopte. Geloof me, dat is vrij uitzonderlijk in een gezin waarvan 83,33% (5 op 6) gediagnosticeerd werd als iemand met een stoornis die zich ergens in het autismespectrum bevindt. In Koersel bevindt zich dan weer het meest nabijgelegen en best onderhouden outdoor minigolfterrein en iedereen gaat er graag naartoe. Alles verliep zo harmonieus dat je bijna zou verwachten dat er een of ander kwiedelmelodietje van wijlen Toots Thielemans door de luidsprekers van de autoradio zou schallen na een speels draaitje aan de contactsleutel. Dat was niet zo. Ik ben al een tijdje niet meer mee met de laatste muziekactualiteit. Blijkt ook niet nodig, want na wat geboenkeboenk werd er op de radio alleen nog gepraat. Over seks dan nog. Dat kan tegenwoordig altijd en overal. Ik ben een en al oor. Ontspannen als ik ben, want ik hoef niet te rijden en de schelpen aan mijn hoofd lijken dagelijks toe te nemen qua volume naarmate ik ouder word en een smaller gezicht krijg. Dat laatste beeld ik me in sinds ik begonnen ben aan mijn nieuwe dieet. Doet er niet toe. ‘Toeter niet, toe!’ roep ik naar mijn chaufferende echtgenote, die enthousiast de claxon activeert en ‘Ouwe zot!’ krijst als een of andere zichzelf Wout van Aert wanende bejaarde amateurwielrenner zonder kijken de straat oversteekt. Als mijn vrouw niet-seksueel opgewonden is, beschouw ik het als mijn taak om haar middels een welgemikt woordgrapje tot rust te brengen. Of gewoon door haar gelijk te geven en tezelfdertijd een groot uitgevallen en nog steeds groeiend luisterend oor te zijn. In dat opzicht zeg ik dat het nog een geluk is dat hij een petje draagt, anders konden we zijn gedrag in het verkeer als klakkeloos omschrijven. Ze grinnikt en zucht. Dat is een goed teken. Doorgaans beperkt ze zich tot het laatste.
De drie jongste kinderen dragen elk een hoofdtelefoon en luisteren naar muziekjes op hun smartphones of spelen een spelletje. De oudste luistert geamuseerd met ons mee naar een radiopresentator en een seksuoloog die het hebben over biseksualiteit en panseksualiteit. ‘Panseksualiteit, is dat weer iets nieuws? Is dat seks hebben op de keukentafel terwijl ze nog niet afgeruimd is?’ Oudste zoon lacht zich een breuk. Verdorie, mijn mond was weer sneller dan mijn verstand. Ik zou mezelf toch nog eens moeten laten nakijken door een of ander medisch geschoold iemand. Het overkomt me steeds frequenter dat ik wat ik denk omwissel met wat ik zeg. Heel verwarrend en confronterend voor mijn directe omgeving en niet in het minst voor mezelf.
‘Papa, dat is bijna hetzelfde als biseksueel zijn. Alleen valt een biseksueel op mannen en vrouwen, terwijl een panseksueel valt op mannen, vrouwen en alles wat daartussen zit, zoals transgenders, genderqueers en androgenen. Kortom, panseksuelen vallen op persoonlijkheid, niet zozeer op het uiterlijk of het geslacht.’
Er wordt wat afgevallen, zeg, denk ik bij mezelf. Dat belooft veel goeds voor mijn dieet. Ik zet de radio af. Als je tegenwoordig iets over seks wilt weten, kan je het maar beter rechtstreeks aan je puberende kinderen vragen. Hoe ingewikkeld is alles tegenwoordig toch! Ik begin me bijna schuldig te voelen dat ik zo standaard en op het saaie af helemaal heteroseksueel ben. ‘Zo is dat,’ lacht mijn vrouw, ‘al heb je soms wel wat vrouwelijke trekjes.’ Fuck, ik was onbewust weer luidop aan het praten.
Net iets bewuster maar met een flinke dosis geluk speel ik een klein half uur later het golfballetje in één slag in het gaatje dat zich achter enkele kronkelige obstakels bevindt. Ik schater en houd mijn golfclub triomfantelijk met twee handen boven het hoofd. ‘Yes!’ roep ik euforisch. Ik speel veel liever een ‘hole-in-one’ dan ‘in one’s hole’! Ik ben een happy hetero! Oei. Heb ik dat nu gedacht of gezegd? Ik vrees het tweede. Plots lijkt het hier meer op een emigratiegolf dan op minigolf. Vrouw en kinderen lopen om het snelst van me weg en monden van omstanders vallen open. Vanaf nu ligt Koersel voor mij in de schaamstreek.
Danny Vandenberk