Zelf Lommels nieuws insturen? Dat kan via lommelsegazet@telenet.be

Code zwart-geel: de lokroep van rechts

Code zwart-geel: de lokroep van rechts

In aanloop naar de verkiezingen wisselen in de media peilingen, scheldkanonnades, schandalen, verkiezingsbeloftes en halve of hele leugens elkaar in hoog tempo af.

Volgens een enquête van de ‘Artsenkrant’ zou 46 % van de Vlaamse artsen op N-VA gaan stemmen. De krant geeft zelf aan dat de peiling niet wetenschappelijk is: de uitslag is gebaseerd op 346 van de ongeveer 50.000 artsen. Een arts-onderzoeker nuanceert op sociale media verder: “Ze werd afgenomen door de zeer bevooroordeelde Artsenkrant die al heel lang bekend staat als een pleitbezorger voor vervlaamsing, verrechtsing en separatisme.”

Volgens de laatste peilingen wordt Vlaams Belang de grote winnaar. De winst lijkt voor een groot deel te kunnen worden verklaard als een stem tegen het beleid van de Vivaldi-regering. De uitslag lijkt volgens de media al vast te staan en er wordt volop gespeculeerd over de mogelijkheid van een Vlaamse regering met Vlaams Belang en N-VA aan het roer.

Een samenwerking die minder vanzelfsprekend is dan het lijkt: méér dan de helft van de kiezers, die van Vlaams Belang niet meegerekend, zijn tegen de samenwerking. Binnen de NVA gaat het om ongeveer een derde van de kiezers.

Zelfs een riante meerderheid van rechts en extreemrechts belooft geen snelle regeringsvorming. In Nederland is de verpletterende overwinning van PVV gevolgd door inmiddels vier maanden ruzie en lijkt werkelijke samenwerking nog ver weg. Als uitweg en krampachtige reanimatie-poging is voorgesteld om een extra parlementair kabinet met gedoogsteun te vormen. Dit voorstel is niet bepaald met enthousiasme ontvangen.

In België heeft PS-voorzitter Paul Magnette N-VA gewaarschuwd, dat een coalitie met Vlaams Belang betekent dat N-VA niet deel zal nemen aan de federale regering, het niveau waarop de belangrijkste beslissingen worden genomen. Dat vormt een dilemma voor een partij die, volgens een artikel in de Standaard, op een aantal belangrijke gebieden dezelfde keuzes maakt als Vlaams Belang.

Keuzes ook, die passen in het pleidooi van rechts Europa voor een Europese oorlogseconomie. In een oorlogseconomie wordt productie voor binnenlandse consumptie ondergeschikt gemaakt aan productie voor het versterken van de defensie. Het argument is dat het noodzakelijk is om ons zelf te kunnen verdedigen. In de wapenindustrie geldt de ijzeren wet dat investeringen alleen renderen als er ook wordt geëxporteerd. En dat kan alleen als er vraag is, als er conflicten zijn.

Een conflict ontstaat vaak door honger naar grondstoffen en macht. Gaza is in dit verband een goed voorbeeld. In 1999 werd 30 kilometer voor de kust van Gaza een groot gasveld ontdekt: Gaza Marine. Israël verbood de Palestijnse autoriteiten om deze te ontginnen, maar startte kort daarop zelf met de gasproductie.

Op 15 juni 2022 sloten Israël, Egypte en Europa een deal om via de EastMed-pijpleiding het gas naar Europa te exporteren. Zo kan Europa het gas van vijand Rusland vervangen door samen te werken met de, niet echt als menslievend bekend staande, overheden van Israël en Egypte. Twee landen ook die niet zullen aarzelen om deze samenwerking te gebruiken om Europa onder druk te zetten. Wat betreft de Belgische hulp aan de vernietigingsoorlog in Gaza snijdt het mes dus aan twee kanten.

Het tijdschrift Vredesactie beschrijft een mogelijke koerswijziging van SFPIM (Société Fédérale de Participations et d'Investissement). Deze Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, een investeringsfonds dat voor 87% in handen is van de overheid, verstrekt leningen en koopt aandelen van allerlei bedrijven in België, met als formeel doel de nationale economie te ondersteunen. Dit investeringsfonds overweegt nu te investeren in de militaire industrie en droomt zelfs van een ‘strategische defensiepoot’. De miljarden die daarvoor nodig zijn worden gevonden door te bezuinigen op de publieke sector.

Protest zal niet uitblijven. Demonstratie verbod en het verbieden van stakingen en stakingsuitkeringen door de vakbonden staat dan ook hoog op de agenda van N-VA en Vlaams Belang. Die hebben weinig op met vakbonden of zoals een medewerker van Vlaams Belang het uitdrukte: “Ik wil de vakbonden best een duwtje in de rug geven, maar dan wel op het perron met de neus naar het spoor.”

Volgens Vlaams Belang horen vakbonden en klassenstrijd tot het verleden. De ‘werkmens’ is volgens hen verbonden op basis van culturele identiteit, waardoor vakbonden geen legitieme belangenbehartiger van 'het volk' kunnen zijn. Ze eisen dat vakbonden niet als vereniging van leden maar als rechtspersoonlijkheid worden behandeld en zo aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de economische schade voor bedrijven als gevolg van stakingen. Bovendien moeten ze de omvang van hun stakingskassen publiekelijk bekend maken, waardoor het voor bedrijven gemakkelijker wordt om strategische acties tegen vakbonden mogelijk te maken. In hun filosofie moeten vakbonden vervangen worden door een overlegorganisatie van bedrijven en arbeiders. Deze filosofie doet sterk denken aan Duitsland in 1933, het jaar waarin Hitler de vakbonden verbood en verving door het ‘Duitse Arbeidsfront’.

Vlaams Belang en N-VA waren de enige Belgische partijen die in Europa tegen een transparantere aanpak van de loonkloof tussen mannen en vrouwen stemden, tegen de regulering van sociale dumping in de transportsector en tegen een (minimale) vennootschapsbelasting om fiscale dumping tegen te gaan (de mogelijkheid voor bedrijven om naar lidstaten te verhuizen met gunstigere belastingregels). Daarmee verzet extreemrechts zich tegen sociale correcties op de Europese vrije markt. Voor een meer rechtvaardig belastingstelsel waarbij de grote belastingvoordelen van multinationals worden aangepakt, ben je bij hen aan het verkeerde adres.

Het Vlaams Belang stemde in 2017 in het federaal parlement vóór de verstrenging van de wet op het concurrentievermogen, de wet die de lonen blijft bevriezen. Toch presenteren ze zich als een volkspartij die opkomt voor de ‘gewone Vlaming’, als partij voor wie de bescherming van de koopkracht een absolute prioriteit is. Niet door hogere lonen te eisen, maar door de belasting op arbeid te verlagen: de belastingvrije som optrekken tot het leefloon, een lager tarief van de tweede belastingschijf en de btw op energie te verlagen naar 6 procent. Lagere belastingen betekent echter ook dat de staat minder geld heeft om te investeren in sociale voorzieningen als sociale huisvesting, openbaar vervoer, onderwijs en gezondheidszorg. Alleen wie werkt heeft de mogelijkheid om in zijn behoeften te voorzien.

Hun standpunt over het verlagen van de pensioenleeftijd van 67 naar 65 jaar botst met het voornemen in hetzelfde verkiezingsprogramma om de loopbaan langer maken. “Minder stressvolle, maar langere loopbanen moet het objectief zijn om onze sociale zekerheid betaalbaar te houden en onze economie de arbeidskrachten te geven die nodig zijn.” Ook veel pensioengerechtigden zullen moeten inleveren als het punten-pensioen wordt ingevoerd, waarbij de hoogte afhankelijk wordt van het werkelijk gewerkte aantal jaren.

Mochten Vlaams Belang en N-VA het lukken om hun wil op te leggen, dan staat ons een oorlogseconomie te wachten met lagere loonkosten en grotere winsten, onmondige vakbonden, een uitgeklede staatsapparaat met beperkte middelen en bezuinigingen op sociale voorzieningen. Overigens heeft Vlaams Belang wel de stijging van 20% voor de pensioentoeslagen van volksvertegenwoordigers goedgekeurd.

De verkiezingsbeloftes van beide partijen doen denken aan de zingende sirene van de Lorelei aan de Rijn die menig schipper het leven heeft gekost.

Benny AHLERS