Aangename kennismaking (hoop ik)
We waren op onze redactie al enige tijd op zoek naar een extra columnist, en eerder toevallig kwamen we in aanraking met Benny Ahlers uit de Kolonie... Na een bijzonder gesprek was het snel beklonken... Benny werd onze nieuwe columnist! Hieronder zijn eerste kennismakende bijdrage, binnen 14 dagen vindt u hem terug in onze rechterkolom, om de 14 dagen dus, op de donderdag! Vanuit de optiek dat de weg naar de toekomst dwarsliggers nodig heeft...
De ‘Lommelse Gazet’ heeft mij – naar aanleiding van een, nou ja eerlijkheidshalve behoorlijk pissig, commentaar op de irritante neerbuigendheid van sommige schepenen bij de laatste gemeenteraad – toegestaan om met enige regelmaat een column te schrijven over zaken die onze gemeenschap aangaan.
Dat zag ik wel zitten. Eén keer in de twee weken op donderdag moet wel lukken.
Het heeft toch een paar minuten geduurd voordat ik de naam van de column wist: Benny Dwarsligger. Dat vereist enige uitleg. Het is niet zo dat ik zo nodig overal tegenaan moet schoppen (het lucht soms wel enorm op). Eerlijk gezegd vind ik mezelf veel te braaf. In sommige situaties kan ik niet anders. Zoals tijdens de gemeenteraad.
Waarom dwarsligger? Volgens Hegel, een oude Duitse filosoof, is ontwikkeling cyclisch met drie fases: these à antithese à synthese. Klinkt moeilijk, maar dat is het niet. De eerste fase is dat een leraar, minister, pastoor of wie dan ook je vertelt hoe de wereld in elkaar zit en hoe je daarnaar moet gedragen. Wonderlijk genoeg roept dat vaak protest op (antithese) en gaan mensen nadenken... Het resultaat is een aangepast wereldbeeld (synthese ofwel de nieuwe these). Tegenspraak, een dwarsligger, is dus constructief. Ook in fysieke zin: om een trein te laten rijden zijn dwarsliggers nodig.
Waarom ik een column een goed idee vind? We wonen sinds een aantal jaren in de Kolonie en dat bevalt ons prima. Je hoort echter ook dingen die minder prima zijn. Rosa, onze vroegere buurvrouw, belde een keer schuchter aan of ik haar misschien naar de bushalte in de Barrier wilde brengen. Dan kon ze van daaruit met de bus naar het centrum en dan met de volgende bus naar haar kinderen in Tongeren of Tienen, dat weet ik niet meer precies. Ze hielp daar op de kinderen te passen. Beide ouders werken, u kent dat wel. Ik heb haar naar het centrum gebracht en bedacht op de terugweg dat het toch godsgruwelijk geklaagd is dat, in een rijk land als België, ouderen aangewezen zijn op belabberd slecht vervoer. Je hoeft niet voor iedereen een Ferrari voor te rijden, maar een fatsoenlijk openbaar vervoer moet toch mogelijk zijn? (Wat is er overigens met dat gerucht dat ze de belbussen willen afschaffen? Dat zou wel een heel slecht idee zijn!) Ik was dus kwaad! En dat komt mede door mijn moeder, maar dat leg ik zo meteen uit.
De Kolonie heeft een buurtorganisatie die het een stuk leefbaarder willen maken. Dat is hoognodig en dan heb ik het niet alleen over verdwenen winkels, slagers, kroegen of het ontbreken van een bankautomaat, maar ook om de zorg voor elkaar. Er zijn dus genoeg dingen die het waard zijn om voor het voetlicht te brengen en ik heb sterk de neiging om daar mijn zegje over te doen en waar mogelijk mee te helpen.
Het was mijn bedoeling om me netjes voor te stellen en duidelijk te maken dat ik het vooral wil hebben over de zorgen en behoeftes, soms de irritaties of juist de vrolijke dingen, die we in ons dagelijks leven ervaren, ongeacht politieke of seksuele voorkeur of fysieke kleur. We zijn allemaal mensen, toch? Dat was dus de bedoeling en dan lees je opeens dit bericht:
“Meerderheid van de Vlamingen wil Vlaamse regering met N-VA en Vlaams Belang als dat kan. 52% van de Vlamingen vindt dat Vlaams Belang en N-VA samen een Vlaamse regering moeten vormen als ze daarvoor genoeg stemmen halen bij de verkiezingen in juni. Dat blijkt uit de Grote Peiling van HLN en VTM Nieuws.”
Even diep ademhalen, Benny. Tijd om uit te leggen wie je bent, waarom je kwaad wordt en waarom je persé je moeder erbij sleept. Ik ben geen geboren Lommelaar en moet de column van Danny Dialect hardop voorlezen (fonetisch is het een stuk begrijpelijker), wil ik begrijpen waar hij het over heeft. (Dat stuk over de kerk is erg goed en humoristisch!).
Nope, ik kom uit een klein dorpje in het noordoosten in Nederland. Het heet Finsterwolde, dicht bij de grens met Duitsland. Een ‘gehucht’, zoals dat hier heet, van nog geen tweeduizend inwoners. Meer dan 90% landarbeiders van oudsher, maar ongelofelijk strijdbaar. Moesten ze ook wel zijn tegen de herenboeren in hun kasteelboerderijen en een bevoogdende overheid. Met de pet in de hand vragen of er misschien werk voor je was. Tegen een absoluut minimumloon natuurlijk.
De bevolking heeft snel geleerd dat ze voor zichzelf moesten opkomen, wilde er iets veranderen. De toenmalige CPN (communisten) was de enige organisatie, die samen met hen de strijd wilde aangaan. Het heeft levens gekost (ook in het verzet tegen de nazi’s), maar die partij heeft meer dan veertig jaar de absolute meerderheid gehad, naar volle tevredenheid van de bevolking. Waren dat allemaal communisten?
Absoluut niet, de meesten hadden wel eens van Marx gehoord, maar gelezen? Nee, niet echt. Was ook niet nodig. Je liep gewoon het gemeentehuis binnen en je werd geholpen. Ik herinner me de teleurstelling van een aantal vrienden van de Leidse studentenbond, die kwamen logeren toen ik in het weekend van 1 mei naar huis ging, over het gebrek aan rode vlaggen en revolutionaire liederen. In het Volkshuis was wel een gezellig feestje, maar zonder vlammende toespraken. Dat was het wel wat betreft 1 Mei.
Dit wordt iets langer dan bedoeld, maar laat me even uitleggen over dat ‘onderzoek’ van HLN en VTM en mijn moeder. Ik was denk ik een jaar of twaalf en fietste met een groep naar de MULO (middelbaar uitgebreid) naar Winschoten. Een stadje tien kilometer verderop. Het was verkiezingstijd en de media schilderde een desolaat en gewelddadig tafereel van dorpen aan de andere kant van het Winschoterdiep met foto’s van krotten. Een horrorverhaal! Sommige reizigers durfden de brug niet over. Ik besefte toen pas welke invloed de media heeft op ons bewustzijn. Er wordt je een “werkelijkheid” voorgespiegeld. Aan de univ in Leiden heb ik geleerd dat peilingen en onderzoek gekleurd kunnen zijn. De les? Ga zelf onderzoeken en kijken of het klopt.
Ah, en dan mijn moeder. Ik ben ongelofelijk trots op haar. Wars van mode en pluche (ze was jarenlang wethouder/schepen in Finsterwolde), werkte bij Optilon (een ritssluiting fabriek) en hielp mee met de strijd voor gelijke beloning van man en vrouw ondanks de tegenwerking van de vakbond. Ze hielp de meisjes die staakten bij sigarenfabriek Champ Clark, liep met steunlijsten voor de strokartonarbeiders, toen die staakten voor een hoger loon (mijn oom Arend was de voorzitter van het actiecomité). De bevolking zamelde geld voor hen in omdat de vakbond het verdomde om de staking te steunen. Ze organiseerde steun voor belbussen toen de commerciële busonderneming GADO besloot om de reguliere ritten te schrappen: het leverde niet genoeg op. Vandaar dus mijn woede over het probleem van Rosa: het draait om winst, niet om de mensen. Mijn moeder wist niet van ophouden. Van haar heb ik geleerd dat als je echt iets wil bereiken, dat je het dan zélf moet doen.
Dat is precies de reden dat ik iets wil schrijven over de zorgen en frustraties die de meeste Lommelaren hebben en waar het mogelijk is om mee te helpen ongeacht politiek overtuiging of religie. Dus geen politiek pamflet, alhoewel ik soms best wel pissig kan zijn. En als je met, hopelijk virtuele, stenen wil gooien, dan heb ik je alvast voorzien van ammunitie. Tot slot een citaat van mijn grote held Che: ‘We zijn geen familie, maar als je vecht tegen onrecht, dan ben je mijn kameraad. Wat is belangrijker?’
Benny Ahlers