#7a De schrijfplek
Door de drukte van de dagelijkse job en het gezinsleven is schrijven thuis niet evident. Komt er nog bij dat mijn onrustige geest snel afgeleid is in een huis dat leeft en beweegt. Als het lukt dan vlucht ik naar de oude Tabbert in de tuin, of als het te koud is, in het rommelhok dat ooit een bureau was, en daarvoor een keukentje. Vaak werk ik er aan korte teksten of rammel ik wat woorden aan elkaar op een oude typemachine. Maar ik schrijf wel, elke dag, hoe weinig het ook is.
Less is more zegt men, maar niet voor mij. Het is zelfs niet genoeg. Van schrappen is nog geen sprake. In het weekend zoek ik rustige bistro’s, koffiehuizen of lange treinritten op, om me daar te settelen en verder te schrijven. Het budget dat ik al gespendeerd heb aan koffies en verplaatsingen moet echt wel leiden tot een bestseller wil ik ooit uit de kosten komen.
Het grotere werk doe ik als ik me echt kan afzonderen. Liefst naar een omgeving waar veel water, groen en rust is. Met op fietsafstand een stadje waar cafés, vintage en boeken- en platenzaken het centrum van het leven vormen. Zo ga ik met de regelmaat richting Noord-Holland. Naar het GDI, een filmhistorisch instituut met een pracht van een filmarchief en bijhorende bibliotheek, waar de eigenaar mij de kans geeft te werken. Als een soort artist-in-residence.
Een eigen plek vinden waar je rustig kan werken is een must, en een zoektocht die tijd vraagt en regelmatig verandert. Thuis, op café, elders? Op zich maakt het niet uit. Als je er maar de vrijheid en ruimte krijgt om te schrijven. En ja, het is mooi meegenomen als mensen in je nabije omgeving je dit gunnen. Ik ben hen dan ook heel dankbaar.
Bart VERMEER